Opvoeden betekent iedere dag weer kijken wat een kind in deze ontwikkelingsfase, uit dit gezin, in deze groep, op dit moment nodig heeft. Dit vraagt van de pedagogisch medewerkers dat zij fijngevoelig zijn afgestemd op ieder kind en op zichzelf. Om deze reden spreekt Christoforus Kinderopvang over opvoedkunst.

Vrije opvoedkunst betekent dat het kind vrij is in het gaan van een eigen ontwikkelingstempo en niet overgestimuleerd wordt. Vrij betekent ook dat de pedagogisch medewerkers binnen het gegeven beleid iedere dag weer kijken naar wat dit kind binnen de groep nodig heeft om tot een rijke ontwikkeling te komen. Opvoeden vindt binnen Christoforus Kinderopvang plaats tussen de theorie van de opleiding die alle medewerkers hebben gevolgd, het beleid van de organisatie en dat wat op dit moment het goede is om te doen. Opvoeden is scheppen, creëren. Een kunstzinnig proces dat in het werken met kinderen ontwikkeld wordt. 

Peuter

Peuters hebben geleerd te lopen, te praten en op peuterniveau te denken.

In de peuterleeftijd voltrekken zich drie grote mijlpalen die bepalend zijn voor de rest van het leven van een mens: ze gaan ik zeggen, de fantasie wordt beleefbaar en een eerste vorm van geheugen krijgt het kind tot zijn/haar beschikking. 

Ik zeggen

Ik is de naam die alle mensen op aarde aan zichzelf geven. Geen één ik is hetzelfde. Tot het moment van ik zeggen leeft het kind in een symbiotisch samen zijn met de ouders, pedagogische medewerkers en ander volwassenen. Ik gaan zeggen is een mijlpaal in het leven van een kind dat vaak ook met pijn gepaard gaat. Het kind ervaart dat het een op zichzelf staand individu is. Een ik. Dit ik is een schat dat het kind de komende jaren langzaam aan zich eigen maakt totdat het als een rijpe jongere de verantwoording voor het eigen leven kan dragen. Een peuter kan dit nog niet. De pijn die kinderen kunnen ervaren aan het vallen uit de eenheid met de ouders uit zich bijvoorbeeld in koppigheid.

Christoforus Kinderopvang begeleidt koppigheid door samen met de kinderen te werken en leven in een herkenbaar ritme dat veiligheid en voorspelbaarheid geeft. De pedagogisch medewerkers nemen leiding over het dagritme en begeleiden de kinderen met behulp van vaste rituele door de dag heen. De kinderen ervaren hiervan kracht. Kracht die hen helpt hun eigen ik krachtig, oefenend te leren dragen.

Fantasie

In het spel komt de fantasie als grote inspiratie bron om van de materialen en het speelgoed een eindeloze grote speelwereld te scheppen. Alles is binnen het eigen, zelfscheppende spel mogelijk zonder dat de werkelijkheid opgeheven wordt. Peuters weten heel goed dat het blok dat een broodje is ‘een net als of broodje’ is. Om de fantasie optimaal te laten groeien biedt Christoforus Kinderopvang materiaal en speelgoed aan. Materiaal is alles dat ongevormd is en niet als speelgoed gemaakt is. Materiaal is een doek. De ene keer is de doek de zee, een andere keer een mantel van de koning, weer een andere keer het dak van een huis. Deze beweeglijkheid in de fantasie helpt het kind in de denkontwikkeling om een beweeglijk denken te ontwikkelen. Materiaal is ook zand, water, boomschors, klei en andere natuurgeschenken.

Speelgoed is met een doel gemaakt. Een auto is een auto om mee te rijden om zo een beleving uit het dagelijks leven te imiteren of na te bootsen. Wij bieden peuters verschillende soorten auto’s aan: auto’s die uitgevormd zijn met lampen, deuren, motorklep en dergelijke en auto’s die weinig uitgevormd zijn. Speelgoed dat minder is uitgevormd nodigt de fantasie en daarmee het denken uit om het ontbrekende zelf aan te vullen. Dit zelf aanvullen vervuld kinderen in hun spel waardoor zij langer en dieper geconcentreerd hun spel spelen. Binnen Christoforus Kinderopvang spelen alle kinderen dagelijks binnen en buiten met speelgoed en speelmateriaal.

Geheugen en de denkontwikkeling

We schreven hierboven over de denkontwikkeling. Vanaf de geboorte zijn kinderen hard aan het werk om zich veilig op de wereld te voelen, zich te verbinden aan hun ouders, pedagogisch medewerkers, andere belangrijke medemensen en een verbinding met zichzelf aan te gaan. Vanaf de geboorte tot ongeveer 2,5 jaar heeft een kind alle krachten nodig om de buitenwereld in zichzelf op te nemen. De herkenning van vaste rituelen, opruimplaatsen voor het speelgoed, de kapstok en vele voorbeelden meer helpen bij het ontwikkelen van de eerste vorm van het geheugen. Deze eerste vorm van geheugen wordt het lokale of beeldgeheugen genoemd. Peuters herinneren zich dat we broodjes gaan bakken omdat ze de deegkom op tafel zien staan. Ze kennen de liedjes omdat de altijd met gebaren worden begeleidt als we aan tafel zitten om de maaltijd te beginnen, ze weten waar speelgoed opgeruimd wordt omdat het altijd op de zelfde plek staat. Beelden zoals een overzichtelijke kast helpen hen zich te herkennen hoe het opruimen gaat of wat hun plaats aan tafel is.

In de peuterleeftijd wordt ook een tweede vorm van geheugen ontwikkeld ; het ritmische geheugen. Peuters zingen de liedjes mee, kennen prentenboeken ‘ uit hun hoofd’ of kunnen tot honderd tellen omdat het ritmische geheugen dit mogelijk maakt. Van ongeveer vier en een half jaar wordt het abstracte geheugen ontwikkeld en kunnen kleuters zich innerlijk iets voorstellen dat op dit moment niet waarneembaar is. 

Loïs Eijgenraam, pedagogisch coach bij Christoforus Kinderopvang

 

Uitgelicht archief

"Geef mij tijd en ruimte en ik ben… natuurlijk."

 

Annette van der Staay, oprichter van De Pompoen (locatie Vught)